Walter Brems
Reet (Antwerpen), 1947
- Gehuwd met Riet Bosch, assemblage-kunstenaar
- Studeerde aan het Kon. Atheneum te Boom, aan de Gem. Academie v/schone kunsten te Niel, én tekenen- schilderen en grafische vormgeving aan de Kon. Academie v/schone kunsten te Antwerpen.
- was leraar aan de Sted. Academie v/schone kunsten te St.Niklaas van 1971 tot 1982, en aan de Kon. Academie v/schone kunsten te Dendermonde van 1976 tot 2002.
Stilte is een behoedzaam sluipende schaduw in de schilderijen van Walter Brems. Zij is licht en donkerte tegelijk.
Zij beklemtoont het etherische van zijn figuren en zijn structuren. De bijna tastbaar geschilderde werkelijkheid lijkt een droombeeld dat wij, kijkers, nochtans als een uit ervaring gegroeide realiteit herkennen en bewonderen of verwerpen al naargelang van de eisen die wij stellen aan wat beeldtaal is of kan zijn.
Op het eerste gezicht is hij een figuratief schilder die van hyperrealisme houdt, wat bij sommigen meteen duidelijke reacties uitlokt. Men doet er echter goed aan even in zijn taferelen te verwijlen zodat men kan ervaren hoe de figuratie door tal van neven aanwezigheden wordt benaderd en gerelativeerd. Er groeien structuren rond het verrukkelijke wezen dat vanuit een gevoelige donkerte is opgedoken in een blanke vanzelfsprekendheid van esthetiek en dromerigheid.
De rustige perfectie van het totaalbeeld is opgebouwd vanuit een vandaag de dag vrij uitzonderlijk metier dat het virtuoze overstijgt omdat wat wij zien een harmonische ontmoeting is van detail en overheersende gedachte, van herkenbaarheid en een verholen ritmiek, van donkerte die een veelheid van tinten en van verschuivingen in zich bergt, van rust waarin zienderogen paars zich heeft genesteld en een kleurige discrete vlek als een warme vlinder is neergestreken. Zijn beeldtaal is een soepel versmelten van verworvenheid en een vernieuwende vrijheid die zoals alles wat Walter Brems kenmerkt sereen en harmonisch optreedt zonder de dominante gedachte te schaden of verdoezelen.
Schoonheid is een ideale spiegel waarop gevoelens kunnen worden geprojecteerd, weemoed groeit , kwetsbaarheid een spontaan aanvaard begrip wordt, een delicaat detail zoals een vleugje kant aan het donkere kleed van de jonge vrouw de breekbaarheid van het gebeuren beklemtoont.
Tekst: Hugo Brutin (aica) – november 2008
Website : www.walterbrems.be